Op 6 februari 2009 is in opdracht van De Visser Bouw & Onderhoud door Ingenieurs- en adviesbureau Oranjewoud BV een archeologisch onderzoek uitgevoerd ter plaatse van de Kleine Hofstad 2 te 's-Hertogenbosch. Dit onderzoek is uitgevoerd onder het protocol Opgraven en bestond uit het aanleggen van twee haaks op elkaar staande proefsleuven. De keuze voor het uitvoeren van dit onderzoek onder het genoemde protocol is gemaakt door het bevoegd gezag, in deze de gemeente s-Hertogenbosch. Indien de resultaten van beide sleuven daar aanleiding toe zouden geven, kon worden doorgestart naar een opgraving. De strategie en werkwijze is vastgelegd in een Programma van Eisen (PvE) dat voorafgaand aan het onderzoek door de afdeling Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten (BAM) van de gemeente 's-Hertogenbosch is opgesteld.1 De locatiekeuze van de beide proefsleuven is gebaseerd op de plaats waar in de nieuwbouw funderingssleuven zijn voorzien. Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd conform het PvE en de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.1. Daarnaast is in het veld gewerkt conform de handleiding voor de methode van vondstdocumentatie van de gemeente 's-Hertogenbosch, versie 2008. De velddocumentatie en het vondstmateriaal zullen binnen daarvoor geldende termijnen worden overgedragen aan het gemeentelijk depot van de gemeente 's-Hertogenbosch. De opgraving geschiedde deels gelijktijdig (uitgraven proefsleuven) en deels voorafgaand aan de milieukundige bodemsanering. Hiertoe werd het veldwerk uitgevoerd onder saneringscondities en werd de vrijgekomen grond op het terrein in depot gezet. Naar aanleiding van de bevindingen in de eerste proefsleuf heeft er een telefonisch overleg plaatsgevonden met de BAM, hetgeen leidde tot het verleggen van de tweede proefsleuf meer naar het oosten, in afwijking op het PvE. Nadat deze tweede proefsleuf ook was aangelegd, is in overleg met de heer E. Nijhof (BAM) ter plaatse besloten dat een archeologisch vervolgonderzoek op deze locatie niet noodzakelijk was. Het veldwerk is daarna op de locatie afgerond middels het documenteren van de op dat moment zichtbare sporen en vondsten in overeenstemming met het PvE. Er is voorafgaand aan deze opgraving door Oranjewoud geen apart bureauonderzoek uitgevoerd; dit maakte onderdeel uit van het PvE zoals dit door de BAM is opgesteld. | 7 |
Noten | |
1. | Van Genabeek 2008. |
2009 |
H.J.L.C. KoopmanschapArcheologische Rapporten Oranjewoud 2009/56Oranjewoud-rapport 195230 | 26 mei 2009 | ISSN 1570-6273 |